Posts

(G)een debuut

Ik heb deze gedichten opgestuurd naar een tijdschrift, dat ze helaas heeft afgewezen. Het schijnt erbij te horen. Ik moet er vanaf, dat wel. Deze gedichten representeren in essentie een soort alter-ego, een heuse Mr. Hyde voor mijn Dr. Jekyll, waar ik maar al te graag afstand van wil nemen. Ik heb dus ook geen zin om het bij andere tijdschriften te gaan proberen. Toch was Cor soms best lief, met zijn kusjes en zo. Daarom kan ik het ook niet over mijn hart verkrijgen om ze in mijn mailbox weg te laten rotten. Gelukkig heb ik mijn eigen platform, en dat is ook heel officieel en echt. Dat telt gewoon, toch? Toch!? Ik ga gewoon door met nieuwe, (nog) betere gedichten. De wereld zal nog van mij horen, maar niet van Cor. Wat een tragische, tragische geschiedenis. Requiescat in pace,  motherfucker. Bij dezen, voor een kleine club gelukkige uitverkorenen: De slotendans Voor E.R. en S.J. 0 Dertien wijzen debuut in ochtendgloren van geef ze sjibboletjes in het koren en tooi het lauwerkransje...

Nacht, trottoir – als echtwaargebeurde villanelle

Robbert-Jan Henkes heeft, behalve drie voornamen en een vertaalcarrière, een leuke blog die ik graag lees:  VandaagsVertaalProbleem . Bij deze deel ik gracieus mijn publiek met hem, zo ben ik. Voor wat hoort wat, dat wel. Ik heb schaamteloos van hem gestolen, maar eigenlijk help ik hem daarmee ook, want hij heeft geloof ik last van een writers block.  Een beetje context: ik heb met veel plezier, verdriet, angst, woede, orgastische verrukking, zinderende weerzin enzovoort meegelezen met zijn project om 99 vertalingen van één gedicht te maken. Ja, een hele regenboog aan emoties, omdat ik soms echt denk dat ik daar zelf sta in dat gedicht en mijn eigen leven voorbij zie flitsen en daar voel ik dan dingen bij. Dat is natuurlijk waanzin, maar waanzin doet het goed in de literatuur, en echtwaargebeurd nog beter, dus echtwaargebeurde waanzin is het allerbeste. Q.E.D.  Dat ik hem misschien ook een beetje help is omdat hij nog lang geen 99 versies heeft geschreven, en de laatste ...

Spreek mij aan

Een van de dichtbundels waar ik de laatste tijd mee bezig ben is Voor wie ik liefheb wil ik heten van Maria Neeltje Min. Naar ik begrijp uit ergens ooit gelezen was dit bundeltje destijds (copyright: 1966) een heuse bestseller, in een tijd dat er nog poëzie werd verkocht, en ik heb het gelezen in een schooluitgave uit de Grote Lijsters reeks, uit een tijd dat er op scholen nog poëzie werd gelezen. De gedichten voelen klassiek aan vergeleken met wat er nu in gedichtenland plaatsvindt, voor zover ik daar zicht op heb. Vormvast zijn veel van de gedichten nauwelijks te noemen, met trouwens best veel uitzonderingen, maar d'r is wel regelmatig sprake van eindrijm, af en toe een consequent metrum, en bijna altijd wel een dwingend ritme. De titel komt uit de laatste regel van het eerste gedicht: mijn moeder is mijn naam vergeten,  mijn kind weet nog niet hoe ik heet.  hoe moet ik mij geborgen weten?  noem mij, bevestig mijn bestaan,  laat mijn naam zijn als een keten....

Waarin ik carrière maak

Waarom in godsnaam een blog schrijven als je na 1980 geboren bent? Waarom geen recensies op goodreads, poëzie op instagram plaatsen? Nou, ten eerste heeft een blog iets kneuterigs wat ik heel leuk vind, maar zonder de weerzin die ik voel voor het minstens net zo kneuterige facebook. Een blog heeft iets van de uitstraling van een echte autistische obsessie (ik mag dat zeggen). En die heb ik, echt autistisch ook nog. Ten tweede, als ik hier ooit poëzie plaats (ik schrijf gedichten, jaja) dan ben ik tenminste geen instagramdichter en loop ik ook niet het risico dat het gelezen wordt. Ter derden, soms wil ik iets over een boek zeggen dat ik heb geleesd maar zonder dat het nou per se een recensie is, bijvoorbeeld omdat ik het boek niet heb uitgelezen of omdat ik twee boeken wil vergelijken of iets dergelijks, dus goodreads is uitgesloten. En ik hoef er geen sterretjes op te plakken hier want dat is gewoon kut. Des vierdes, uit mijn observaties blijkt dat een blog samengaat met het professor...